`Het passeren van de evenaar maakt de meest bezadigde journa-list tot een heethoofd’, schreef een Indische krantenman in 1888. Het karakteriseert de wijze waarop de journalist rea-geerde op de verwaarlozing van de kolonie, waar de pers de enige uitlaatklep was van de publieke opinie. Strijdvaardig en geëmotioneerd, ontwikkelde zij een geheel eigen `tropenstijl’. Omdat persvrijheid ontbrak, waren hevige botsingen tussen kranten en gouvernement schering en inslag. Indische kranten hadden een sterk persoonlijke band met hun lezers en vormen een bijzondere bron van informatie over de `histoire intime’ van de Europese samenleving, alsook over de relaties tussen `volbloeds’, Indo-Europeanen en inheemsen. De Indischgasten hadden grote behoefte aan afleiding en de kranten speelden daarop in. Hun Indische literaire feuilletons zijn het fundament geweest voor de Indisch-Nederlandse letter-kunde. Een werk als dit is nooit eerder geschreven. Het is gebaseerd op de kranten zelf, en geeft behalve een geschiedenis van de Indische pers een schat aan informatie van koloniaal-politieke, sociale en culturele aard. Het beslaat de periode vanaf 1745 tot omstreeks 1905, wanneer zich een nieuwe fase aankon-digt in de kolonie. Dit boek vormt daarom een min of meer afgerond geheel. Gerard Termorshuizen studeerde Nederlands en Geschiedenis in Amsterdam. Hij promoveerde in Leiden op P.A. Daum, journalist en romancier van tempo doeloe (1988) en was tekstbezorger van Daums Verzamelde romans. Hij publiceert regelmatig over koloniale literatuur en pers. Hij is verbonden aan het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden. As soon as he passed the equator, every Dutch journalist became a hothead, violent in his reactions to the neglect of the Dutch East Indies colony, where the press was the only mouthpiece for public opinion. In the absence of freedom of the press, the militant, often emotional style of the Indies press, popularly dubbed ‘tropical style’, not infrequently gave rise to head-on collisions between newspapers and governors. Because they circulated in relatively small communities, there was a strong bond between these papers and their readers, with their unquenchable thirst for diversion and entertainment. Hence they are an invaluable source on the ‘intimate’ history of the Europeans and on inter-ethnic relations in the colony, while the serial stories they featured formed the basis for Dutch Indies literature. This unique work, based on the actual newspapers themselves from 1744 to 1905 (about seventy in all), describes the history of the Indies press. It contains a wealth of information on colonial politics, society and culture. Gerard Termorshuizen obtained his PhD in Leiden on the basis of a thesis on the Dutch Indies journalist and novelist P.A. Daum (1988), whose collected novels he edited. He was affiliated with the Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden. gezamenlijke uitgave met Nijgh & Van Ditmar / co-published with Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam
Edition | |
---|---|
Pages | |
Illustrations | |
authors | 279 |